60
Reiniging en onderhoud
1
Waarschuwing: voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uitge-
schakeld en afgekoeld.
Waarschuwing: uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan
het apparaat met een stoom- of een hogedrukreiniger schoon te ma-
ken.
Let op: gebruik geen schuurmiddelen, agressieve schoonmaakmid-
delen of schurende voorwerpen.
Buitenzijde van het apparaat
• Neem de voorzijde van het apparaat af met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijg-
bare onderhoudsmiddelen.
Ovenruimte
Reinigingsprogramma
De functie REINIGEN wordt beschreven in hoofdstuk Geprogrammeerde
functies en recepten.
Handmatige reiniging
1 Waarschuwing:De oven moet zijn afgekoeld om te kunnen reinigen!
3 Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil na-
melijk niet aan en kunt u vuil het makkelijkst verwijderen.
1. Wanneer u de ovendeur opent gaat automatisch de ovenverlichting
aan.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven
na. Gebruik geen schurende voorwerpen. Indien nodig laat u het vuil
eerst inweken of schakelt u de functie Stoomgaren in.
3 Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
1 Let op: Neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de
fabrikant in acht!
Comments to this Manuals