37
INSTELLINGEN
3 Ongeacht wat u momenteel met de oven aan het doen bent, kunt u
verschillende basisinstellingen wijzigen. Deze blijven ingesteld totdat u
ze weer verandert.
SNELOPWARMEN
– SNELOPWARMEN AAN
De functie SNELOPWARMEN wordt indien van toepas-
sing automatisch ingeschakeld.
Met de toets SNEL OPWARMEN
kan de functie
SNELOPWARMEN voor aparte bak- en braadprocessen
handmatig uitgeschakeld worden.
– SNELOPWARMEN UIT
De functie SNELOPWARMEN wordt niet automatisch
ingeschakeld wanneer dat voor de gekozen ovenfunctie
toepasselijk zou zijn.
Met de toets SNEL OPWARMEN
kan de funktie
SNELOPWARMEN voor aparte bak- en braadprocessen
handmatig ingeschakeld worden.
RESTWARMTE
– INDICATIE AAN
Na het uitschakelen van het apparaat wordt de rest-
warmte aangegeven.
– INDICATIE UIT
Na het uitschakelen van het apparaat wordt de rest-
warmte niet aangegeven.
DISPLAY
– DISPLAY AAN
Na het uitschakelen van het apparaat wordt de dagtijd
aangegeven.
– DISPLAY UIT
Na het uitschakelen van het apparaat wordt ook de
dagtijd niet meer aangegeven. Zodra het apparaat in-
geschakeld wordt, wordt ook de display weer ingescha-
keld.
De instelling DISPLAY UIT spaart energie.
GELUID
– TOETSVOLUME
– TOETSVOLUME AAN
– TOETSVOLUME UIT
Hiermee geeft u aan of bij elke druk op een toets een
geluid klinkt.
– ALARMTOON
– ALARMTOON AAN
– ALARMTOON UIT
Hiermee geeft u aan of er een signaal moet klinken
wanneer u een handeling probeert te verrichten die op
dat moment niet mogelijk is.
Comments to this Manuals